- Home
- -
- Het magisch realisme
- -
- Vierluik-MR
I
Ik zit in een stoel.
Ik zit in een zitmeubel voor één persoon,
met een licht-gebogen rugleuning, vier poten en armleuningen.
Een reële armchair. Realy.
Dit staat als een stoel boven water.
Ik voel het hout. Beukenhout. Hout van de fagus sylvatica.
Ik zit op cellulose, hemi-cellulose en lignine.
Ik zit op een natuurlijk polymeer van polysacchariden,
B-glucaan en B-glucose.
Ik zit op zeer gunstige calorische waarde.
Ik zit op minstens 50,5 MegaJoule.
Ik zit op een berg lignine-moleculen! – goed voor de lijn?
op ontelbaar veel deeltjes lignine per mol
en elke molecule is twee of meer atomen…
ik zit op een gigantisch aantal sub-atomaire deeltjes lignine!
Ik zit op een massa quarks…
Ik zit op een pure energievorm – gestold sinds de Big Bang
Ik ben zelf een pure energievorm
die zit op een pure energievorm !!!
ik ben confuus over het gebrek aan fusie
Ik begon reëel,
zelfs hype reëel, toch?
maar hyper-reëel -? –
eindigt in hyper-magisch??
Nee hyper-reëel eindigt in surreëel?
ik zweef als een zelfbewuste kwantum-energie-bubbel
op een vakkundig samengesteld elegant ineengetimmerde reeks kwantumpjes.
Ik kom terecht in een neurotisch-reëel narratief
II
Wacht ik neem deze ‘Magic Glove’,
L’ incroyable ‘Gant Magique’, die ik leen van Jean Cocteau
– zien wat er gebeurt –
Jullie zitten op het puntje van jullie stoel.
Hopelijk valt niemand hier van zijn stoeltje…
(Pierrette trekt de magische handschoen aan en gaat zitten in de stoel)
Ik zit … ergens diep in de tijd terug
aan een ronde tafel
ik zit in een ridderlijke stoel
aan dé Ronde Tafel van Koning Artur
O nee, NEEEEE!!!!
Ik zit op de verboden stoel,
enkel voorbestemd voor den nog ongeboren koning
zo profeteerde toch Merlijn,
ai ai, ben ik vervloekt? NEEEEE!!!!
Ik ik zink zo diep naar de onderwereld
als een stuk lood in een rivier – is het de Styx?
Ik zit in een hellegang -staketsel
Ik zie schimmen, het schemert hier, ik hoor schemertijdmuziek,
vastzittende gezellen, O wie ontwaar ik hier?
mijn neefje vastgenageld in de troon van zijn hoogmoed,
en daar een oom vast in de feauteuil, als een Onslow,
gezeteld in de zwaarte van zijn allom neerslachtigheid
een potato-coacher, versmolten met zijn canapée
O kzie zoveel kikkers, springend op een stoel – kwex, kwex –
springen hogerop en vallen telkens terug in de modderpoel…
O en hoor ik hier Mozartmuziek… hier ben jij niet Kasper?
Immer op schimmenjacht, rondgrobbelend naar je geliefde Euridike?
Jouw anima, jouw ewig-weibliche schim, die zich spiegeld in Heleen?
O alchemist Benedict en nachtwaker Simon allen hier… en tijdloze Joachim ook?
O ‘t wordt mij te sterk, too much magic..
O vader Lampo, gids mij als Vergilius Aeneas, of haal me hier uit!
Wat roep je? “Trek hem uit, de nooit onschuldige ‘Gant Magique’!”
(de handschoen wordt uitgetrokken)
Wow, ik kwam terecht in een mytisch narratief
Ik zoek het magisch-reëele en ik kwam terecht in het reëel-magische!!
Is me dat even schrikken, ik werd van mijn stoel geblazen.
Misschien wil ik op twee stoelen tegelijk gaan zitten. ‘Entre deux chaises, le cul à terre’..
Wacht ik probeer het anders
III
(Knip, knip, knip, de handschoen wordt doormidden geknipt)
Ik knip een stuk van de ‘Gant Magique’,
zoals vader Hubert die rond zijn pennenhand droeg –
dit idee, beste mensen, steek ik niet onder stoelen of banken,
heb ik van de cover ‘Er is méér, Horatio’
(terug in de stoel)
Ik hoop maar dat ik hier blijf… wat is dit eigenlijk voor stoel?
Een eetkamerstoel? een tuinstoel? Strandstoel, redderstoel, een barstoel, een burgemeesterstoel, een barokke bolpootstoel?
Een privéstoel, een kantine-stoel? Een kuipstoel? Een refterstoel, een kerkstoel , de Heilige stoel? Een kampeerstoel, een bureaustoel?
Een biechtstoel? Een bidstoel? Een ergonomische stoel, een elektrische stoel? Ik hoop van niet! Een zitterik – een bargoense stoel, een kakkendoren? Een ‘jarusu sturu’ – jaloerse stoel? Een biezenstoel, tandartsstoel, rolstoel, autostoel, schommelstoel, een Tanchelmusstoel?
Ja, ik zit op een Tanchelmusstoel:
Het is een stoel van antiquariaat Tanchelmus, de stoel heeft zich gevonden!
En Joachim Stiller kan er eindelijk op gaan zitten,
mocht hij hier toevallig langskomen. Hier kan hij tot rust komen.
IV
Ach ik heb deze stoel niet nodig!
Ik ben zelf een stoel!
Ik ben gestut in het universum
Ik ben geschraagd en geschoren in het zonnestel-gestel
Ik ben gezeteld in het Antwerpse fluïdum
en in het staketsel van Zuidwest Vlaamse klei-structuren
ook modder heeft structuur,
ik leun op het raster van kiezel-zand-en leem –
met een vaak geconstipeerde stoelgang-
wij eten te veel te vaak patatten.
Was Stonehenge niet meer dan een stoel voor de midwinterzon?
Een chaise-longe voor de ervaringen van de steentijdmens
die ging zitten, hangen of liggen in zijn dolmen?
De menhirs landingsplaatsen voor seizoens-goden?
En de midzomerzon?
Ben ik bekroond door Kether Sefirah gezeten op Malkuth?
Archeologen zakken door hun stoel van schaamte – of zijn het post-moderne kabbalisten – omdat ze teweinig bewijzen hebben voor de stellingen of levensbomen waarop hun argumenten stoelen. Maar in een tijd van fake-news kan natuurlijk àlles.
Zeker is dat wij hier samen zetelen op de toppen van de Vaerenberg, bij antiquarius Walter van den Bergh op de berg van Berg-chem.
Dictum in Sede Scaldis.
Uit de magisch-reële queeste van Pierrette COffrée – oktober 2024